Hoe je in 3 stappen een gezonde datacultuur stimuleert

Echt moderne bedrijven bevorderen een zogenaamde datacultuur. Dat begint met interne community's en gebruikersgroepen die dezelfde doelstellingen, practices en sociale banden hebben. Lees hier hoe je die community's in je organisatie bevordert.

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd in samenwerking met Forbes BrandVoice.

Elk bedrijf is een databedrijf. Maar echt moderne bedrijven bevorderen ook een zogenaamde datacultuur.

Waarom? Omdat data alleen niet genoeg is om succes te boeken. Alleen als mensen actie ondernemen naar aanleiding van data en feiten centraal stellen in elke conversatie, zorgt data voor goede samenwerking, leidt het naar strategische inzichten en verbetert het besluitvorming.

99% van de bedrijfsleiders van grote bedrijven die in 2018 zijn ondervraagd, zeiden dat hun bedrijf een datacultuur probeerde te creëren, maar slechts een derde zei dat hun bedrijf daarin geslaagd was.

Ashley Howard Neville, senior technical evangelist voor business-intelligencebedrijf Tableau, werd gevraagd te definiëren wat een datacultuur is en ze legt het eenvoudig uit: "Een datacultuur is een groep mensen die data gebruikt voor besluitvorming en dat waardeert en stimuleert. Ze gebruiken data omdat ze dat willen, niet omdat ze dat moeten".

Dat begint met wat Howard Neville 'interne datacommunity's' noemt: gebruikersgroepen die dezelfde doelstellingen, practices en sociale banden hebben. "Community versnelt de transformatie van een organisatie in het realiseren van een datacultuur", zegt Howard Neville.

Hoe kun je dat proces als bedrijfsleider in gang zetten?

Hier vind je 3 toepasbare manieren om een interne datacultuur te beginnen in welke organisatie dan ook.

1. Biedt een tijd en ruimte aan

De juiste zakelijke software implementeren is slechts het begin van het creëren van een datacommunity. "De fysieke ruimte hebben is zo belangrijk", zegt Howard Neville, waarbij ze uitlegt dat medewerkers ruimtes en ingeplande tijd nodig hebben om samen te komen, na te denken over datagerelateerde projecten en om nieuwe vaardigheden te leren. "Ik denk dat dat vaak over het hoofd gezien wordt in een organisatie".

Dat kan betekenen dat er een maandelijkse bijeenkomst wordt georganiseerd waar medewerkers samenkomen om problemen op te lossen door middel van data, of dat er een online dataforum wordt gecreëerd.

Howard Neville bezoekt vaak klantorganisaties om de verschillende manieren te begrijpen waarop organisaties community creëren. Het kernelement van de succesvolste dataculturen is dat ze focussen op delen. "De Tableau-community binnen organisaties wordt vaak erg actief", zegt Howard Neville. "Ze zijn gepassioneerd en energiek. Ze zijn niet alleen gefocust op hun eigen succes. Ze geloven oprecht dat als ze anderen in hun organisatie in staat kunnen stellen om data te gebruiken, ze de organisatie werkelijk kunnen verbeteren".

"Het is gewoon niet genoeg om te investeren in infrastructuur", voegt ze toe. "Je moet ook investeren in de mensen die die infrastructuur gebruiken en de processen die het ondersteunen".

2. Communityleiders ontwikkelen

Volgens Howard Neville zijn er drie belangrijke rollen in elke datacommunity: leiders die een norm stellen voor de organisatie, individuen die data gebruiken voor besluiten, en experts, zoals het hoofd analyse, die helpen toezicht houden op de technologie, innoveren en best practices bevorderen.

Om een community in stand te houden en laten groeien is het handig om communityleiders te identificeren en aan te moedigen. Dat kunnen data-experts zijn of power-users, misschien wel zelfonderwezen, die op een innovatieve manier gebruik hebben gemaakt van data. Tableau noemt deze leiders 'community champions', maar ze kunnen ook bekendstaan onder een andere naam die hun speciale status weergeeft. Deze mensen "helpen hun collega's inzien wat er allemaal mogelijk kan zijn met data", zegt Howard Neville. "Ze zijn leiders binnen hun community. Het zijn vaak mensen die zelf begonnen zijn in een analytische rol".

Champions kunnen hun bedrijven ook helpen door niet-technische medewerkers in staat te stellen met data te werken, ook al worden ze in principe niet als datakenners gezien. Howard Neville geeft een van de klanten van Tableau als voorbeeld, een bank en effectenmakelaar die medewerkers die rechtstreeks met klanten werken, voorzag van data en analytische tools. "Ze realiseerden zich dat de mensen die uiteindelijk de meeste impact konden maken, de mensen waren die contact hebben met de klanten", zegt Howard Neville. "Ze gebruikten Tableau om deze financieel adviseurs van betere data te voorzien".

Adviseurs konden die data vervolgens gebruiken om relaties met klanten te versterken door ze op maat gemaakte oplossingen aan te bieden. "Dat hielp ze meer vertrouwen te wekken bij de mensen wiens accounts ze beheerden", zegt Howard Neville. Door adviseurs van nuttige financiële data te voorzien, liet het bedrijf zien "dat ze gelooft dat zelfs eerstelijnsmedewerkers werkelijk hun voordeel kunnen doen met de data die ze hebben".

3. Maak data leuk en toegankelijk

Veel klanten van Tableau stimuleren betrokkenheid in hun community door activiteiten en spellen te organiseren waarin data centraal staat. Tableau noemt deze geplande evenementen 'user group meetings' en ze dienen als een kans om enthousiasme te wekken voor op data gebaseerde discussies onder medewerkers. "Ze promoten samenwerking en het delen van best practices tussen teams en individuen", zegt Howard Neville.

Activiteiten kunnen variëren van leerzame lunches tot hackathons (die bestaan uit wat Tableau 'viz games' noemt), waarin teams tegen elkaar wedijveren om een doel te bereiken, zoals het creëren van het handigste dashboard of het oplossen van een data-opschoonprobleem. Tableau Blueprint, de bedrijfsgids voor het creëren van een datacultuur, biedt voorbeelden en ondersteunend materiaal voor allerlei activiteiten die organisaties zelf kunnen inzetten.

Bij sommige klanten gaan de voordelen van die spellen verder dan betrokkenheid. Soms komen er strategiebepalende inzichten uit voort. Een van de klanten van Tableau, een wenskaartenbedrijf, zei dat haar interne gebruikersgroepen een 'constante focus' op analyse hebben gecreëerd. Een van haar data engineers gaf aan dat deze groepen een "cruciale manier worden voor het stimuleren van nieuwe manieren om naar data te kijken" om maximale impact te bereiken.

Een andere klant van Tableau, een grote luchtvaartmaatschappij, moedigde betrokkenheid aan met visualisatiewedstrijden waarbij medewerkers alle vrijheid hadden in welke dataset ze gebruikten, van sportstatistieken tot datingshows. "Door de lat lager te leggen met leuke datasets, kunnen mensen hun angst vergeten en hun nieuwsgierigheid de overhand laten nemen", zegt Howard Neville. Sindsdien is de aanvaarding van analytische programma's binnen de organisatie van dit bedrijf gegroeid. Doordat het vertrouwen van individuen met data groeide, begonnen teams een veranderende impact te zien op gebieden als onderhoud, engineering en klanttevredenheid.

"Plezier is belangrijk, en dat hoeft niet ten koste te gaan van werk", zegt Howard Neville. "Je kunt het naar je zin hebben en tegelijkertijd je werk doen. Het is dat gevoel van een gezamenlijk doel wat mensen nader tot elkaar brengt".

En dat is wat een essentiële verandering in mindset teweegbrengt. "Uiteindelijk kun je er alles aan doen om te investeren in een technologie en die te implementeren, maar als je niet verandert hoe mensen die technologie benaderen", zegt Howard Neville, "dan zal het geen succes worden. Je moet juist de organisatie bijschaven om dingen anders te doen, om andere dingen te waarderen dan tot dan toe".

Dat is precies wat een gezonde datacultuur doet.